Ten geleide

Het was in 1941, in de donkere periode van de bezettingstijd, dat onze Werkgroep als tweelingtelg van de Commissie Onderzoek Constructies T.N.O. werd geboren. Immers aanvankelijk stond de Werkgroep Gewapend Betonconstructies onder leiding van Dr. Ir. J. Emmen en de Werkgroep Staalconstructies onder leiding van Dr. Ir. W. J. H. Harmsen. In 1944 werd echter schrijver dezes, na aftreden van de Heer Emmen, aangewezen als voorzitter van de eerste werkgroep en in 1947, na aftreden van de Heer Harmsen, ook van de tweede. In 1949 werden beide werkgroepen samengevoegd tot de huidige Werkgroep voor Gewapend Beton- en Staalconstructies.

Na een lange periode van moeizame ontwikkeling gedurende de bezettingstijd en de eerste na-oorlogse jaren kwam er sinds 1948 gestadige verbetering in de toestand. Ook in de civiel-technische wereld van ons land, werd men zich bewust van de waarde van speurwerk en maakte men meer en meer gebruik van de geestelijke en materiële uitrusting van onze werkgroep, die zich vooral ten doel stelt de technische wetenschap en de praktijk te dienen. Aarzelend kwamen de eerste opdrachten voor adviezen en metingen. Blijkbaar was men tevreden en zag men in, dat de verkregen besparingen en economische voordelen, de in rekening gebrachte kosten als regel veelvoudig overtroffen. Trouwens winst maken ligt niet in de bedoeling van onze werkgroep, terwijl uiteraard alleen opdrachten worden aanvaard van zodanige aard, dat daardoor geen particuliere ingenieurs- of adviesbureaux benadeeld worden. De bijzondere en moeilijke problemen, welke verband houden met de ontwikkeling van nieuwe constructies en werkmethoden, de vraag naar metingen van spanningen en vormveranderingen aan bouwwerken in uitvoering, deze namen allengs zodanig toe dat onze werkgroep, alhoewel zij thans beschikt over een uitgebreide staf van bekwame en enthousiaste werkers, nauwelijks in staat is aan het groeiende aantal opdrachten het hoofd te bieden.

Het is onze werkgroep een voorrecht te kunnen vaststellen, dat zij zich in haar streven naar volle ontplooiing van haar werkkracht, voortdurend gesteund weet zowel door de Commissie van Overleg, waarin vele bedrijven en industrieën zijn vertegenwoordigd als door haar curatorium, de Commissie Onderzoek Constructies, onder voorzitterschap van Prof. Ir. D. Dresden, tevens voorzitter van de Nijverheidsorganisatie T.N.O.

Het is duidelijk, dat de werkgroep door haar arbeid op het zo uitgebreide en rijk gevarieerde gebied van de civiele techniek een ongekende schat van ervaringen opdoet. Voor zover de tijd daarvoor kan worden gevonden, worden deze ervaringen vastgelegd in rapporten, publicaties in tijdschriften of wel in de vorm van mededelingen op congressen en andere bijeenkomsten. Er is echter nog heel veel, waarvan spoedige mededeling voor de praktijk van belang kan zijn, ook zonder uitvoerige toelichting of motivering in een academisch betoog. Het zou jammer zijn wanneer deze gegevens nodeloos lang in onze archieven bewaard zouden blijven in afwachting van een publicatie welke te gelegener tijd zal plaats hebben, en dan wellicht in zodanige vorm en op een zodanige plaats, dat zij nauwelijks wordt gelezen, juist door degenen voor wie ze van het meeste nut kunnen zijn.

Het is daarom, dat thans besloten is, bedoelde ervaringen - althans voor zover ze van algemeen belang zijn en mededeling niet in strijd zou zijn met de plicht van geheimhouding tegenover opdrachtgevers - zo spoedig mogelijk in ruime kring bekend te maken in de vorm van W.G.S.-Mededelingen, welke voorlopig driemaandelijks zullen verschijnen. Ir. A. L. Bouma van onze werkgroep heeft zich bereid verklaard het redacteurschap op zich te nemen.

Deze eerste mededeling bevat ter algemene oriëntering een beschouwing van zijn hand over de taak en inrichting van onze werkgroep en het gebied, dat zij bestrijkt.

Alle begin is moeilijk en zo zullen onze W.G.S.-Mededelingen voorlopig wel het stempel dragen van eenvoud en bescheidenheid. Maar voor mijn ogen zweven reeds, en de lezer moge mij deze euvele fantasie vergeven, jaargangen W.G.S.-Mededelingen, even mooi en goed verzorgd als b.v. die van de E.M.P.A., welke mogelijk zijn geworden door de sympathie en steun van de grote bouwindustrieën in het kleine Zwitserland.

Prof. Ir. C. G. J. Vreedenburgh
Voorzitter van de Werkgroep
Delft, April 1953